Skip to content

Hop

Podcastroute

PODCAST HOP

naar overzicht

HOPSPOT

We staan hier letterlijk op de voedzame bodem van Ertvelde in een typisch Meetjeslandse plattelandsomgeving. De perfecte ondergrond waar hop zich thuisvoelt.

Hop als klimplant.

Hop is een klimplant en heeft een steun nodig dus daarom kunnen we in dit veld best rond de houten palen gaan zoeken. Helaas zijn we nu iets te laat voor het aanplanten van de hopplant, dus kom volgend jaar zeker eens opnieuw kijken naar onze scheutjes.

Tijdens de wintermaanden houdt de humulus lupulus, of hopplant, een winterslaap. Maar maart is dé maand waarop de plant opnieuw begint te kiemen en de hopscheuten kunnen geoogst worden. Hopscheuten zijn de jonge lente-uitlopers van de hopplant. In de middeleeuwen waren ze samen met het water nog armemensenkost, terwijl ze nu als ‘s werelds exclusiefste en duurste groente gezien worden.

De gemiddelde prijs per kilo is ongeveer tussen de 120-150 euro. In 2019 werd er voor de eerste hopscheuten zelfs 2.750 euro per kilogram geteld op de Roeselaarse REO veiling.

Hopscheuten zijn exclusief aangezien ze beperkt groeien, zowel in ruimte als in tijd. Bovendien valt er door de klimaatopwarming minder en minder regen wat ervoor zorgt dat de scheuten soms minder snel doorbreken.

Wilde hop vs. Gecultiveerde vrouwelijke hop

Als degustatie serveren we graag een Baptist IPA bij deze halte. Maar eigenlijk had het beter Baptist-a IPA geweest.

Zoals Beyoncé zei, is het in de plantkundige wereld van de hop “Who run’s the world? Girls!”

Zoals haar ongure neefje, de cannabisplant, zijn het enkel de vrouwelijke planten die bruikbaar zijn. Onder de schutbladeren van de vrouwelijke plant, bevinden zich lupuline-klieren die bij rijpheid een geel poeder bevatten. Op deze stof is de brouwer uit.

De lupuline wordt o.a. aan bier toegevoegd en geeft het bier:

  • het bittere aroma
  • een mooie stabiele schuimkraag
  • een langere houdbaarheid

Meer nog, we kunnen zelfs stellen dat het liedje van Beyoncé niet de volledige lading dekt en dat het liedje Miss Independent van Kelly Clarkson nog beter de cultivering van hop voor bier beschrijft :

“Miss independent. Miss self-sufficient. Miss keep your distance. Miss unafraid. Miss out of my way. Miss don’t let a man interfere, no. Miss on her own”

Mannelijke hop bevrucht vrouwelijke hop en maakt zo de hopbellen groter en zwaarder. Die bevruchte bellen zijn veel bitterder en ontwikkelen vetten en oliën die nadelig zijn voor de schuimkraag op het bier.

In 1971 vond men er niet beter op om een wet uit te vaardigen dat aangeeft dat “Iedereen die de aanwezigheid van wilde hop vaststelt in een strook van vijf kilometer rond elk hopveld, moet deze plant voor 1 juni verdelgen.”

Maar er is nog een andere reden waarom er een sterke link is tussen hop en vrouwen… In hop zit er namelijk een specifiek ingrediënt dat je niet zou verwachten, een fyto-hormoon. Concreet is het een plantaardige variant van het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Er werd bij de hoppluksters dankzij dit hormoon bijvoorbeeld opgemerkt dat hun menstruatiecyclus veranderde rond de oogst.  Hoewel hop wel degelijk een stof bevat die lijkt op oestrogeen en dezelfde fyto-oestrogenen ook in sesamzaad, soja en rode klaver zitten, is het effect van deze plantaardige stof veel zwakker. Zelfs bij jullie, hevige bierdrinkers, is de werking ervan te weinig om borsten van te krijgen.

Bierrevolutie in de Lage Landen

Als we het hebben over genderverhoudingen op de werkvloer, dan was de introductie van hop juist een nefaste factor voor de tewerkstelling van vrouwen in brouwerijen.

Terwijl de IPA ons naar de tijd van de koloniën terug katapulteert, is gruut nog een veel ouder ingrediënt in de brouwgeschiedenis…

IPA staat voor Indian Pale Ale. Ten tijde van de Engelse overzeese kolonies werd er héél veel hop toegevoegd aan het bier zodat het langere tijd kon bewaard worden op de zeereis richting India dat toch zo’n 5 maanden duurde. Daarom dus IPA of Indian Pale Ale.

Het Gruutbier katapulteert ons niet naar de tijd van de kolonies, maar wel 1000 jaar terug in de tijd. Toen werden nagenoeg alle bieren op het Europese grondgebied zonder hop maar met gruit gebrouwen. Gruit kan gezien worden als een kruidenmengeling met onder andere wilde rozemarijn, duizendblad, salie, laurierbessen, gagel en hars. Gagel was hierin het hoofdingrediënt. Het is een struik dat in Noord-Amerika en Noordwest-Europa voorkomt. Hars heeft dan weer een bacterieremmende werking en geeft bovendien een bittere smaak aan het bier. De brouwers en brouwsters kochten de gruit bij het dichtstbijzijnde gruithuis. Een bekend voorbeeld hiervan is het Brugse paleis van de de familie Van Gruuthuse. In de huidige oostelijke vleugel, bevond zich aan het einde van de 14e eeuw het gruithuis.  Wat er precies in de gruitmengeling zat, was een strikt bewaard geheim, ook voor de brouwers. Anders konden ze die zelf gaan maken en dat werd liever vermeden.

Gruithuizen hadden het monopolie op de verkoop van gruit, wat betekende dat niemand hier bier kon brouwen zonder dit ingrediënt bij hen te komen. Gruitrecht werd geleend door de graven van Vlaanderen. Aangezien bier veel gedronken werd en gruit dus gretig aangekocht werd, zagen de graven en gruithuizen hierin een belangrijk product om een soort van belastingen op te heffen. Een deel van de inkomsten moesten daarom worden afgedragen aan de graven of landsheren op wiens grond het gruit geoogst werd. Deze belasting, genaamd het gruitrecht, was de voorloper van de huidige accijnzen. Kortom, met gruit verdiende men een stevige duit.

Ik hoor jullie al luidop denken waarom we dan nu vooral bier met hop in plaats van gruit drinken. Dat hebben we aan de Duitsers en de Nederlanders te danken. In de twaalfde en de dertiende eeuw ontstond er in Duitsland echter een grote bierrevolutie. Door de introductie van hop als bierkruid, stapten brouwers over op een nieuwe manier van bierbereiding. Het was het noordoosten van Duitsland waar de eerste bierrevolutie zijn oorsprong vond. Door de kolonisatie van de Slavische gebieden tussen de Elbe en de Wisla, ontstond een langgerekt kustgebied, van België tot in Polen, waar vormen van Nederduits werden gesproken en kooplieden elkaar konden verstaan. De bewoners van de steden namen van de autochtone bevolking het gebruik over om het bier alleen met hop te brouwen. De commerciële bierbrouwerij in deze vroege Hanzesteden produceerde vanaf het begin hopbier en introduceerden dit biertype westwaarts.

Hopbier veranderde de biermarkt en een golf van vernieuwing trok in de veertiende eeuw door Nederland.

De golf van vernieuwing lag niet enkel in een ander kruid, maar ook in een ander kookproces. Wanneer de hete wort, werd afgegoten, liet men deze niet afkoelen. In plaats daarvan werd aan de oplossing hop toegevoegd en werd deze een aantal uren gekookt. Hierdoor werden hopextracten losgemaakt uit de hopbloemen. Deze verandering in het brouwproces verschillende voordelen

We hebben dus nu al hoppig bier in Nederland maar nog niet in wat we nu “Bierland België” noemen. Of toch niet ons eigen bier. Op het einde van de veertiende eeuw was er een grote export van Nederlandse stedelijke brouwers naar Vlaanderen. Het huidige België was toen vooral een plek met veel wijnproductie. Maar in de late Middeleeuwen kwam de rendabiliteit ervan onder druk. Het klimaat werd stilaan kouder en door het slechte weer verminderde de kans op goede wijnoogsten. Daarnaast stegen vanaf de vijftiende eeuw de graanprijzen, waardoor boeren meer interesse hadden in graan verbouwen. Bovendien toonde de import van Hollands bier dat er met hoppig bier geld te verdienen was. Toch kwam de Belgische productie minder snel op gang als bij de Nederlanders.

De eigen Belgische productie van hopbier kwam trager op gang door de tegenwerking van de bezitters van gruitrecht en door de geografisch verdere positie van de Hanzesteden.

Toch konden de gruithuizen de ontwikkeling van hopbier niet maar tegenhouden. Als compensatie voor gruit werd voortaan een taks geheven op elke ton hopbier. De helft hiervan kwam toe aan het gruithuis, de andere helft aan de graaf van vlaanderen. Later, in de 16e eeuw overtrof de leerling de meester en werd België leidend in de bierproductie. Dat merken we bijvoorbeeld aan de exportcijfers. De Nederlandse bierexports die in Antwerpen werden binnengevaren, namen tussen 1530 en 1560 met 60% af. Tegen het einde van de zestiende eeuw was de hop echt wel leidend in België bij de productie van bier. Het Reinheitsgebot van 1516 gaf hierbij ook een duwtje in de goede richting. Deze wet schreef voor dat er enkel bier kon gebrouwen worden van zuiver water, gerstemout en hop.

Toch bleven beide productiemethoden soms naast elkaar gebruikt worden. Een mooi voorbeeld waar gruut en hop lange tijd naast elkaar werden gebruikt, is Gent. De schelde, die in de middeleeuwen dwars door de stad liep, vormde de grens tussen het Duitse rijk op de rechteroever en het Franse rijk op de linkeroever. Het Duitse Reinheitsgebot verplichtte de brouwers op de rechteroever met hop te brouwen, terwijl de stadsdiensten en grootgrondbezitters op de linkeroever het gebruik van gruut stimuleerden. En hoewel quasi alle bieren tegenwoordig met hop zijn gemaakt, zijn er toch sommigen die de gruit herlanceren. Zoals bijvoorbeeld Annick de Splenter van Brouwerij Gruut.

Daarnet spraken we over het feit dat de hop plantkundig vooral een vrouwenwereld is. Dit geldt niet voor de sociaal-economische gevolgen op de werkvloer bij de intrede van hop. In de middeleeuwen waren het de vrouwen die brouwden aangezien het naast brood bakken en wassen één van de huishoudelijke taken was. Ook bij de iets grotere brouwerijen was de productieplaats aan het huis verbonden en het brouwen vormde ook een deel van de huishoudelijke taken. Werk en privé waren dus sterk met elkaar verweven. Door de hop veranderde dit. Hop gaf een langere houdbaarheid aan bier waardoor de brouwmeester grotere hoeveelheden tegelijkertijd kon brouwen. Dit leidde tot groei en schaalvoordelen. Wanneer hij zich dan nog eens vestigde op een plaats met een grote afname, zoals steden, dan namen deze voordelen nog verder toe. Vandaar dat het brouwen van hopbier vooral een stedelijke industrie werd. Bij de grote industriële brouwerijen werkten vanaf dat moment vooral mannen aangezien het niet meer verbonden was aan de huishoudelijke taken.

En zo gingen we door de geschiedenis van de hop, van Beyoncé met “Who runs the world” naar “It’s a man’s man’s world” van James Brown. Het is tevens een man, hopboer Jan, die de vrouwen opnieuw naar Ertvelde brengt. Opnieuw? Ja hoor, vroeger was er 3 hectare hopvelden te vinden tussen het Aardeken en de Hoge Wal. Voor mensen die zich niet kunnen situeren: de hopvelden stopten waar momenteel het oefenstraatje van de rijschool is. Jan is geboren en getogen Poperingenaar, maar uitgeweken naar Lovendegem om daar hop te telen. Hij is ook degene die Hopspot zal helpen om eigen hop te telen.

naar overzicht

Reserveer nu